Hoe Misverstanden over Gender Onoplosbaar Worden Gemaakt

Posted on July 12, 2022

Deining rond een tweet van Bette Midler

Mijn FaceBook post naar aanleiding van een tweet van Bette Midler (overgenomen van Annedieke Kuchler) veroorzaakte nogal wat deining: een draadje met zo’n driehonderd opmerkingen. Toen het gesprek compleet uit de hand dreigde te lopen heb ik de commentaarfunctie maar uitgezet.

De tekst van Midler luidde als volgt:

WOMEN OF THE WORLD! We are being stripped of our rights over our bodies, our lives and even our name! They don’t call us “women” anymore: they call us “birthing people” or “menstruators”, and even “people with vaginas”.

De tweet was een antwoord op een artikel van Pamela Paul in de New York Times van 3 juli 2022, The Far Right and Far left Agree on One Thing: Women Don’t Count. Dit is een illustratief citaat uit dat stuk:

Those on the right who are threatened by women’s equality have always fought fiercely to put women back in their place. What has been disheartening is that some on the fringe left have been equally dismissive, resorting to bullying, threats of violence, public shaming and other scare tactics when women try to reassert that right. The effect is to curtail discussion of women’s issues in the public sphere.

But women are not the enemy here. Consider that in the real world, most violence against trans men and women is committed by men but, in the online world and in the academy, most of the ire at those who balk at this new gender ideology seems to be directed at women.

It’s heartbreaking. And it’s counterproductive.

Tolerance for one group need not mean intolerance for another. We can respect transgender women without castigating females who point out that biological women still constitute a category of their own — with their own specific needs and prerogatives.

Grappig genoeg zou je het draadje dat zich, naar aanleiding van de tweet van Midler, op mijn FaceBook pagina ontspon, kunnen zien als een illustratie van wat Pamela Paul en Bette Midler bedoelen.

Ik ben het er dus wel mee eens, maar ik vind het ook prima dat anderen dat anders zien. Wat ik niet prima vind is dat iemand die zoiets schrijft wordt beschuldigd van haatzaaien. Pamela Paul vindt dat aanhangers van de nieuwe gender ideologie het publiek debat door vrouwen over vrouwenzaken saboteren, omdat ze proberen iedereen monddood te maken die het waagt om het woord `vrouw’ te gebruiken in de traditionele biologische betekenis. Dat is natuurlijk pittige kritiek op gender ideologie, maar moreel verwerpelijk is het niet om zoiets te schrijven. Ook de bijval van Bette Midler is volgens mij dus niet moreel verwerpelijk.

Nu zou iemand kunnen vinden dat het niet als letterlijke waarheid accepteren van “trans vrouwen zijn vrouwen” en “trans mannen zijn mannen” op zichzelf al een vorm van haatzaaien is. Wat dan? Gelukkig is dat standpunt onlangs door de rechter in het VK juridisch getoetst en verworpen (uitspraak in juli 2022 inzake Maya Forstater versus Centre for Global Development). Genderkritische opvattingen verdienen respect in een democratische samenleving, want ze zijn er volgens de rechter niet op gericht om de rechten van transpersonen aan te tasten. Het ontslag van Forstater in 2019, omdat zij in een tweet trans vrouwen ‘mannen’ had genoemd, was dus volgens de rechter onterecht geweest. Dit was trouwens een uitspraak in hoger beroep, want een eerdere rechter had nog de kant van de werkgever gekozen.

Strategieën om een vruchtbaar gesprek te saboteren

Hier is een bloemlezing van strategieën die in het draadje gebruikt worden om een vruchtbaar gesprek over dit onderwerp te saboteren.

Het lukt me trouwens nog steeds niet om die haat te snappen. Ik grok het gewoon niet.

Een paar misverstanden opgehelderd

Toch nog een poging om een paar misverstanden op te helderen.

Natuurlijk dient de samenleving inclusief te zijn naar trans mannen. En soms is het nuttig om in dat verband ‘persoon met baarmoeder’ te gebruiken in plaats van ‘vrouw’, omdat trans mannen het niet op prijs stellen om ‘vrouw’ genoemd te worden. Ik denk dat het gemakkelijk is om het hierover eens te worden. Bette Midler zou het hier ook zeer mee eens zijn, vermoed ik.

Ik vind het prima dat trans vrouwen zichzelf vrouw noemen. Ik ben gaarne bereid om trans vrouwen als vrouw aan te spreken en te behandelen. Ik vind het ook prima dat trans mannen zichzelf man noemen. Ik ben gaarne bereid om trans mannen als man aan te spreken en te behandelen.

Maar ik hoop dat het begrip ‘vrouw’ ook nog in de biologische zin kan worden gebruikt, voor personen met de biologische kenmerken van vrouwen, als de context daarom vraagt. In een algemene voorlichtingsfolder over abortus, bij voorbeeld, moet je kunnen spreken over vrouwen. Als je specifiek te maken hebt met een trans man kun je je taalgebruik aanpassen door te spreken over ‘personen met een baarmoeder’. Maar alleen dan. In algemene voorlichtingsfolders over abortus het woord ‘vrouw’ vermijden is geen goed idee, want die folders zijn bedoeld voor vrouwen (in de biologische zin) die niet hebben doorgeleerd als genderfilosoof.

Het lijkt me ook geen goed idee om het onderscheid tussen man en vrouw (in biologische zin) uit het wetboek te verwijderen. Om met de feministe Kaouthar Darmoni te spreken: “Als je alles genderneutraal bekijkt, zijn alle vrouwenquota, waar zo hard voor is gevochten, van tafel.”

Zou je de misverstanden kunnen oplossen door het woord ‘vrouw’ voortaan te gebruiken voor iedereen die zich vrouw voelt, zoals de gender theoretici willen? Maar wat is dan nog de betekenis van het woord? ‘Een vrouw is iedereen die zich vrouw voelt’ is geen definitie, want om te weten wat het is om je vrouw te voelen moet je al weten wat een vrouw is.

Dus: wat is een voor iedereen aanvaardbare definitie van ‘vrouw’? Als de oude definitie op grond van biologie wordt verworpen, wat is dan de nieuwe? Je zou kunnen zeggen: in Nederland is iedereen vrouw die een V in haar paspoort heeft staan (terwijl daar soms eerst een M stond) Maar ben ik dan ook een vrouw, als ik de geslachtsaanduiding in mijn paspoort laat veranderen? Zelf voel ik dat zo niet.

In discussie met aanhangers van het moderne genderdenken kom ik hier niet uit. Als ik vraag `Is jullie voorstel om voortaan de definitie op grond van biologische geslachtskenmerken te vervangen door zelfidentificatie?‘, dan krijg ik geen duidelijk antwoord. Of dan zeggen ze dat die gender zelfidentificatie óók berust op biologie. Maar dat lijkt me onjuist, want dan zou je gevallen kunnen hebben waar iemands zelfidentificatie foutief is, en in het moderne genderdenken vindt men nu juist dat dat niet kan. De genderdenkers ijveren immers voor zelfidentificatie zonder toets. Zelfidentificatie is daarmee per definitie geen biologie. Stel bij voorbeeld dat ik zou besluiten de M in mijn paspoort te laten vervangen door een V. Wie kan dan tegen mij zeggen: “Jan, dat mag niet, want jij bent geen echte trans vrouw”? Niemand, want er is geen biologische toets voor ’trans vrouw zijn’. Helaas krijg ik dit niet uitgelegd.

Bespreken van de vraag ‘Wat is een vrouw?’ is taboe

Toen Ketanji Brown Jackson bij haar confirmation hearings voor het Amerikaanse hooggerechtshof van de Republikeinse senator Marsha Blackburn de vraag kreeg “Kunt u een definitie geven van het woord ‘vrouw’?” gaf ze als antwoord: “Nee, want ik ben geen bioloog.” Blackburn probeerde Jackson nog pootje te lichten met “Het feit dat u me geen direct antwoord kunt geven over zoiets elementairs als wat een vrouw is laat de gevaren zien van het soort progressieve opvoeding waar we het nu over hebben.” De vraag was uiteraard bedoeld om Jackson onderuit te halen in het gender debat, en gelukkig trapte de kandidaat-hoge-rechter daar niet in. Dat Blackburn erover begon is trouwens niet vreemd, want het hooggerechtshof gaat zich in de toekomst ongetwijfeld uitspreken over transgender rechten. Ketanji Brown Jackson voegde nog toe: “Als rechter houd ik me bezig met geschillen. Als er een geschil is over een definitie buig ik me daar over.”

Filosofen houden zich ook bezig met geschillen over definities. Werk aan de winkel, zou je zeggen. Helaas is het filosofisch bespreken van de vraag ‘Wat is een vrouw?’ taboe verklaard. De filosofe Kathleen Stock probeerde dat gesprek wel te voeren - lees haar boek Material Girls - en ze is van de universiteit weggepest. Als ze ergens een lezing gaf werd er meteen een tegen-lezing georganiseerd op hetzelfde tijdstip, en werden staf en studenten onder druk gezet om vooral niet naar haar te gaan luisteren of met haar te discussiëren. Uitgevers werden geprest om haar boek niet te publiceren. Toen het eindelijk toch uitgegeven en gedrukt was, durfden boekhandels het niet in de etalage te leggen. Sommige universiteitsbibliotheken in Groot Brittannië schaffen het niet aan, omdat ze geen gedoe willen met genderactivisten. Maar via internet wordt het uiteraard prima verkocht. Als je het leest kun je zien dat het een heldere kritiek is op gender identiteitsdenken, maar ook een boek waar geen onvertogen woord in staat, en dat zeker niet aanzet tot transgenderhaat. Aanbevolen dus: we moeten vooral de boeken lezen die we van sommigen niet mogen lezen.

Hier is de blurb:

Material Girls is a timely and trenchant critique of the influential theory that we all have an inner feeling known as a gender identity, and that this feeling is more socially significant than our biological sex.

Professor Kathleen Stock surveys the philosophical ideas that led to this point, and closely interrogates each one, from De Beauvoir’s statement that, ‘One is not born, but rather becomes a woman’ (an assertion she contends has been misinterpreted and repurposed), to Judith Butler’s claim that language creates biological reality, rather than describing it. She looks at biological sex in a range of important contexts, including women-only spaces and resources, healthcare, epidemiology, political organization and data collection.

Material Girls makes a clear, humane and feminist case for our retaining the ability to discuss reality, and concludes with a positive vision for the future, in which trans rights activists and feminists can collaborate to achieve some of their political aims.

Kathleen Stock is intussen geen professor meer, want ze is weggetreiterd van de Universiteit van Sussex. De transactivisten noemden dat een grote overwinning voor hun community. Zelf vind ik het een grof schandaal en een schandvlek op het blazoen van de activisten. Hier zien we weer het Grote Omkeren, want er werd net gedaan of Stock de agressor was.

Nog een leestip

Voor wie geen tijd heeft om het hele boek van Kathleen Stock te lezen: deze bespreking door de filosoof Julian Baggini geeft een uitstekende samenvatting van de inhoud, met de conclusie dat Kathleen Stock zeker niet transfoob is. Verscheidene transgender personen zijn het trouwens van harte eens met haar stellingname dat “trans vrouwen zijn vrouwen” en “trans nen zijn mannen” geen letterlijke waarheden zijn.

The most convincing evidence that there is nothing hateful in Stock’s position is that she cites several trans people who agree with it. “I am a trans woman, I am a man, I can’t be one without the other,” said the trans woman Fionne Orlander. Similarly, the trans man Buck Angel said “I had a legal sex change and now live as a male. All male pronouns. I am a transexual and will never be biologically male. But I do live as a male”. Such testimonies rather deflate the idea that the only thing decent people need to do is to listen to and believe trans people, as they say and believe different things. And if many trans people can happily accept that there is a difference between their self-assigned gender and their biological sex, the distinction cannot be bigoted, unless, Stock says, you dismiss such witnesses as “self-hating” or in a state of “false consciousness.”

Een catalogus van beschuldigingen

Tenslotte nog even een overzicht van de nogal lange catalogus van beschuldigingen aan mijn adres:

“Ik ben het met je eens, maar je kunt dit beter niet zeggen.”

Verstandige mensen die het FaceBook draadje doornemen kunnen hun eigen oordeel vormen over deze kluwen van misverstanden. Gelukkig zijn zulke mensen er nog, alleen… ze houden steeds vaker wijselijk hun mond. Ik kreeg meerdere steunbetuigingen per PB, van lezers die zeiden: “Dapper dat je dit doet. Maar zelf durf ik het niet.” Of: “Ik ben het met je eens, maar misschien kun je het beter niet zeggen.” Of: “Je ziet toch aan het draadje dat het gesprek hopeloos is?” Of: “Ik hou me erbuiten, want ik heb er geen trek in om voor rotte vis te worden uitgemaakt.” Of: “Je kunt beter wachten met je hierover uitspreken tot het tij weer gekeerd is.” Hmm, die reacties snap ik intussen wel. Maar als niemand zich uit durft te spreken keert het tij natuurlijk nooit.

De nieuwe genderwet 2022 komt eraan, maar door “trans vrouwen zijn vrouwen” en “trans mannen zijn mannen” tot dogmas te verklaren heeft het moderne genderdenken ons in een situatie gemanoeuvreerd waar zinvol met elkaar spreken over dit belangrijke onderwerp nagenoeg onmogelijk is geworden. Het is funest voor het openbare debat en een ramp voor de samenleving, en een oplossing weet ik niet. In 2030 of daaromtrent kunnen we een parlementaire enquête verwachten over de kwalijke gevolgen van het op grote schaal voorschrijven van puberteitsremmers aan kinderen met genderdysforie.