Twijfelen aan de Werkelijkheid (48)

Posted on March 7, 2022

Uit de column van Sheila Sitalsing in De Volkskrant, maart 2022:

In heel veel kwesties is veel te lang volgehouden dat principiële keuzen maken niet nodig is. Dat je het ene kunt doen en het andere niet hoeft te laten. Dat je én aan het Russische gasinfuus kan blijven hangen, én Poetin bestraffend kan toespreken over poloniumthee of vermoorde journalisten.
Dat je én het goorste, van corruptie walmende en van bloed doordrenkte geld uit de smerigste krochten van de wereld door je brievenbussen en langs je glimmende Zuidas kan laten stromen, én een grote bek kan opzetten over mensenrechten of ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’.

Er zijn zaken die we zouden kunnen uitzoeken

Filosofen hebben de mond vol van de betrouwbaarheid van ons denken, en het wordt dan al gauw hoogdravend. Allemaal heel interessant hoor, maar wat het belangrijkst is hoort eerst te komen. Als filosofie heel erg zou helpen om betrouwbaar van onbetrouwbaar te onderscheiden, dan zouden filosofen toch de beroepsgroep moeten zijn die het minst vatbaar is voor desinformatie. Helaas is er geen enkele aanleiding om te denken dat dat zo is. Onder de filosofen zijn de Pilatus-apologeten die zeggen ‘Er is geen waarheid’ juist oververtegenwoordigd. En door ideologie verblinde filosofen kun je vanalles wijsmaken. Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir slikten de praatjes die ze op hun reis door Sovjet-Rusland te horen kregen voor zoete koek. Marli Huijer riep ons in Trouw op om niet teveel nadruk te leggen op de soevereiniteit van Oekraïne. Tja.

Dus misschien moeten we de filosofie en de ideologie even terzijde schuiven en ons afvragen hoe we ons in deze tijd van politieke desinformatie kunnen oriënteren. Even niet Plato lezen of naar Nederlandse filosofen luisteren maar kijken wat de beste bronnen zijn, en vooral, hoe we de vergiftigde bronnen van de desinformatie geheel kunnen vermijden. Democratisch burgerschap staat of valt met het idee dat het voor goed onderlegde burgers mogelijk en de moeite waard is om de waarheid te achterhalen over de zaken die het met elkaar samenleven raken. Zonder vertrouwen in die mogelijkheid wordt een maatschappij stuurloos.

Er zijn uiteraard allerlei zaken die we niet kunnen weten, maar er zijn ook zaken die we zouden kunnen uitzoeken als we bereid zijn er werk van te maken. Wanneer dat politiek betreft zijn we in Westerse democratieën in het voordeel, want in tegenstelling tot in Rusland en China is er hier geen censuur. Er worden hier geen boeken uit bibliotheken en boekhandels geweerd. Er worden bij ons geen tijdschriften verboden. Er worden hier geen journalisten vermoord, al worden ze soms wel getreiterd en lastiggevallen.

De werkelijkheid over Rusland

Sinds het moment dat Trump toenadering zocht tot Rusland ben ik mij gaan verdiepen in de werkelijkheid over Rusland, en de werkelijkheid over Poetin. Als je Masha Gessen, Peter Pomerantzev, Garry Kasparov, Anna Applebaum, Luke Harding leest wordt het je al gauw duidelijk: Rusland is onder Poetin getransformeerd in een kleptocratische maffiastaat, Poetin en zijn trawanten zuigen een samenleving leeg waarin iedere grote onderneming corrupt is, en de FSB, dat wil zeggen de voormalige geheime dienst KGB, is omgevormd tot een meedogenloze moordmachine om tegenstanders van Poetin en zijn kliek uit de weg te ruimen.

Het Poetin regime grossiert in valse vlag operaties waarbij onschuldige burgers worden vermoord en waarmee onder andere instemming werd gecreëerd voor de Tweede Tjetsjeense Oorlog. Het regime laat zich niets maar dan ook niets gelegen liggen aan de belangen van het Russische volk. De levens van gewone mensen tellen niet, ook als het Russen zijn. Poetin zelf is in de loop van twee decennia verworden tot een wereldvreemde rancuneuze wraakzuchtige crimineel die niemand vertrouwt en die geen tegenspraak kan verdragen. De opdrachten om journalisten en andere tegenstanders uit de weg te ruimen komen rechtstreeks van hem. En over alles wordt gelogen. Elke waarheid wordt ontkend. Wie durft te zeggen hoe de zaken er werkelijk voorstaan wordt door de politie in elkaar geslagen, verdwijnt in de gevangenis, mag jarenlang soep lepelen en bijna verhongeren in de Goelag, krijgt een bom onder zijn auto of wordt vergiftigd.

We hadden het allang kunnen weten

We hadden dit allemaal al heel lang kunnen weten. Onze Veiligheidsdienst had het aan Willem-Alexander kunnen vertellen toen hij bij de Olympische Winterspelen in Sotsji (februari 2014) een biertje wilde gaan drinken met Poetin. Premier - “biertje was prima” - Rutten had het ook kunnen weten. Toegegeven, het was nog voor de annexatie van de Krim (maart 2014) en voor het neerhalen van vlucht MH17 (17 juli 2014). Maar het was na de moord op Anna Politevskaja (oktober 2006). Het was na de polonium-vergiftiging van Alexander Litvinenko (november 2006). Het was na het overlijden van belastingadvokaat Sergei Magnitsky in de Matrosskaya Tishina gevangenis, waar hij gruwelijk in elkaar geslagen was (november 2009). In de VS deden ze er wel wat mee: het invoeren van de Magnitsky Act wetgeving.

Het pilsmoment was ook na het verschijnen van het boek van Masha Gessen (The Man Without a Face: The Unlikely Rise of Vladimir Putin, maart 2012), waar al deze zaken worden vermeld en toegelicht. Ze konden het weten, dus dit was onvergeeflijk eerloos gedrag. Destijds heb ik me geschaamd, en de foto van Koning Pils met Poetin, die blijft opduiken, brengt me nog steeds uit mijn humeur. Ik denk niet dat onze premier en onze koning en zijn echtgenote nu graag aan deze scène willen worden herinnerd.

Heeft het Westen deze crisis uitgelokt?

Het is interessant dat op de VS geörienteerde intellectuelen nu aan het orakelen zijn over hoe het Westen deze crisis zou hebben uitgelokt. Is de hel die is uitgebroken echt veroorzaakt doordat de NAVO naar het Oosten is opgerukt? Noam Chomsky, Chris Hedges, Yannis Varouvakis en heel veel andere linkse pundits beweren het, maar ik geloof er geen klap van. Het probleem is dat ze praten over Oost-Europa van buitenaf, alsof de landen daar geen zelfstandige staten zijn die zelf les mogen trekken uit hun geschiedenis en zelf mogen beslissen bij welke militaire alliantie ze willen horen.

Pogingen om onder het Sovjetjuk uit te komen - de Hongaarse opstand, de Praagse lente - werden beantwoord met een Russische invasie. Protesten tegen het Sovjet-regime in Polen werden bloedig onderdrukt. Oekraïne betaalde al voor WO II de verschrikkelijke prijs van de Holodomor, de door Stalin opzettelijk gecreëerde hongersnood met miljoenen slachtoffers. De Sovjetunie was een politiestaat die de vrijheid van haar onderdanen beknotte, die elke oppositie wreed onderdrukte, en die er niet in slaagde om te zorgen voor een behoorlijke levensstandaard.

Het NAVO expansieverhaal

De NAVO heeft geen pogingen gedaan tot expansie naar het Oosten. Polen, Tjechië en Hongarije hebben zelf aangeklopt in 1999, en Estland, Letland, Litouwen (de Baltische Staten), Slowakije, Slovenië, Roemenië en Bulgarije in 2004. Daarna volgden nog Kroatië, Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië. En nu overwegen zelfs landen die altijd neutraal zijn gebleven zoals Zweden en Finland om toe te treden. Dit is geen expansiepolitiek van de VS of het Westen. Wat we hier zien is angst voor Rusland.

Wordt Rusland echt bedreigd door de NAVO? De linkse pundits zeggen het, maar ik denk niet dat het waar is. De NAVO is een defensieve alliantie. Je zou kunnen zeggen dat het niet uitmaakt of de dreiging echt is of niet. Als Poetin zegt dat Rusland zich bedreigd voelt dan moeten we dat serieus nemen. Prima hoor, maar hoe zit het dan met de Oosteuropese staten? Die zeggen ook dat ze zich bedreigd voelen, en wel door Rusland. Waarom moeten we dat niet even serieus nemen?

De Brits-Syrische schrijfster en activiste Leila Al-Shami noemde dit het anti-imperialisme van idioten, waar wordt gedaan alsof alle imperialistische activiteit van de VS komt. In haar essay uit 2018 legt ze uit dat 94 procent van de slachtoffers van de oorlog in Syrië - inmiddels meer dan een half miljoen - gedood zijn door de Syrisch-Russisch-Iraanse alliantie. En pundits in het Westen durven die kant te kiezen uit naam van het anti-imperialisme.

Geweldloos verzet?

In een NRC-opiniestuk van 2 maart roept Willem Schinkel, professor in de sociale theorie, op tot geweldloos verzet tegen Poetin. We moeten vooral geen wapens sturen, want geweldloos verzet en sabotage zijn ook een optie. Dat is niet naief, zegt Willem er zelf bij. Niet naief? Zelf denk ik dat dit ontstellend naief is, omdat het bij de tegenstander empathie veronderstelt. Empathie, die er niet is.

Bertrand Russell merkt ergens in zijn autobiografie op dat geweldloos verzet alleen kan slagen als de tegenstander nog een geweten heeft. Mahatma Gandhi was met zijn geweldloos verzet succesvol tegen de Britten omdat die, hoe vreselijk ze als kolonisatoren ook waren, er tegenop zagen om geweldloze Indiërs op de treinrails met de locomotief te verpletteren. Poetin heeft keer op keer laten zien dat hij zulke scrupules niet heeft.

Wat betekent solidair zijn met Oekraïne? Je zou zeggen dat we dan allereerst luisteren naar wat de Oekraïners van ons willen. Zelenskyy was daar heel duidelijk over: “I need ammo, not a ride.” Ik vermoed dus dat ze blijer zijn met onze Stinger-luchtdoelraketten dan met een preek van een Nederlandse professor in de sociale theorie.

Hoe dan ook, Zelenskyy krijgt toch niet te horen wat professor Willem Schinkel van hem vindt, en Schinkel weet dat natuurlijk. Dit is geschreven voor een Nederlands publiek. Met welk doel? Ik ben bang dat Willem Schinkel dat zelf ook niet helder heeft. Maar het geeft wel nuttige informatie, want het demonstreert dat onze linkse duiders even niets zinnigs te melden hebben.

Meten met de deugliniaal

Ik vrees dat we het in deze angstige tijden niet moeten hebben van de zichzelf progressief noemende ideologen. Die hebben het nog steeds te druk met het classificeren van de medemens, en met zich afvragen of onze standpunten over de oorlog wel links genoeg, progressief genoeg en bewust genoeg zijn.

Een voorbeeld daarvan was een discussie die deze week ontstond op Facebook, over de vraag hoe zuiver op de graat Volodymyr Zelenskyy eigenlijk is. Was hij wel anti-fascistisch genoeg? Had hij de juiste opvattingen over LGBT+? Hoe dacht hij over het Israël-Palestina conflict? Was hij niet teveel zionist? Was hij zelf misschien ook een oligarch die geld naar het Westen had gesluisd? En moesten we ons niet schamen dat we niet naar alle vluchtelingen ter wereld even gastvrij waren als we nu zijn voor die uit Oekraïne? Jacek Rajewski noemde dit op Facebook tweederangs details. Hij slaat de spijker op de kop. En Onno van Tongeren, ook op Facebook, legde heel goed uit dat wij voor Oekraïne in actie komen omdat het hier een democratie betreft die wordt verpletterd door een supermacht. Het is volkomen begrijpelijk: wij willen helpen omdat we onszelf in de Oekraïners herkennen. En daar is niets mee mis.

Maar kennelijk is er een enorme behoefte om de strijd in Oekraïne te gebruiken om eerst en vooral correcte en foute standpunten te onderscheiden, en daarbij Nederlandse maten en gewichten te hanteren. Ik weet het, je kunt je beter niet met zulke discussies bemoeien, maar ik kon het niet laten:

NN, je zou je kunnen afvragen of een in Nederland gecalibreerde deuglineaal het juiste instrument is om de situatie in Oekraïne te onderzoeken en beoordelen. Het gaat er niet om of Zelenskyy honderd procent deugt, want ongetwijfeld is dat niet het geval. Zelf ben ik ook geen honderd procent deugmens, en ik woon niet eens in een corrupt land. Zelenskyy is president van een land dat in 2012 nog werd beschouwd als het meest corrupte ter wereld (samen met Colombia en Brazilië). Zelensky is overduidelijk een fatsoenlijk man die het beste met zijn land voor heeft maar die ongetwijfeld compromissen moet sluiten. Hij heeft vast ook fouten gemaakt door gebrek aan politieke ervaring. Grijs dus. Hij probeert nu het bijna onmogelijke te doen, en hij verdient onze bewondering. Wat Poetin betreft heb ik voor jou een leestip. Lees Masha Gessen, The Man Without a Face, en huiver. Het gaat hier om het verschil tussen grijs en pikzwart.

Dat leverde veel bijval op (“De in Nederland gecalibreerde deugliniaal houden we erin”), maar er werd ook iemand heel erg boos op me:

Jan, ik vind je term de “in Nederland gecalibreerde deugliniaal” juist zeer afstotelijk. Het is bijzonder hoe een flink aantal liberalen de oorlog met grote graagte misbruikt om links aan te vallen in eigen land. Je term “in Nederland gecalibreerde deugliniaal” is leuk ‘wokies bashen’, maar intussen hebben we het niet over mensen die willen ‘deugen’ (mag ik je er op wijzen dat ‘deugers’ een radicaal rechtse term is?) maar hebben we het over echte mensen.

En kennelijk ziet deze criticus mij als een gevaar voor links:

Poetin is erger en moet neer, daar zijn we het allemaal over eens. Maar dit soort anti-linkse klets om de schending van mensenrechten te vergoeilijken, nee, dat verdiept onze vriendschap niet.

Vervolgens werd mij door NN verweten dat “mijn discours nauwelijks te onderscheiden was van een rechts discours”, en werd ik door de ander, die boos was geworden om die liniaal, uitgemaakt voor een “akelig figuur” en daarna ontvriend.

Ik moest ineens denken aan mijn studententijd, in Groningen, in de jaren zeventig vorige eeuw. Het was verkiezingstijd, en ik had een affiche van Joop den Uyl voor mijn raam hangen. Die was toen premier, en voorman van de Partij van de Arbeid, in die tijd de grootste partij van het land. Ik zat binnen te studeren en een paar leden van de GSB - de Marxistisch-Leninistische Groninger Studenten Bond - liepen voorbij, door het Lutkenieuwstraatje waar ik toen woonde. Hun hoofdkwartier was om de hoek. Zei de een tegen de ander: “Gôh, ik wist niet dat hier een rechtse bal woonde.” Oude tijden herleven.

De verstandige woorden

Als je de Nederlandse kranten leest valt op dat de verstandige woorden komen van de mensen met brede historische kennis. Caroline de Gruyter, Beatrice de Graaf, Hubert Smeets weten wat er werkelijk speelt, en waarschuwen al veel langer tegen Poetin. Uitstekende Rusland info is te vinden op Smeets’ website Raam op Rusland. Ook internationaal valt op dat historische kennis ertoe doet: de historicus Yuval Noah Harari gaf zinnig commentaar. Ook Heather Cox Richardson houdt het hoofd koel. Leve de historici.

Verder zijn er de ervaringsdeskundigen: mensen die weten hoe het is om te moeten leven in de directe nabijheid van Sovjet- en post-Sovjet-Rusland. Een ingezonden brief van Slawomir Magala in NRC. Ook onder mijn ex-collega’s uit de wetenschap is het realisme te vinden bij ‘ervaringsdeskundigen’ die in Oost-Europa geboren zijn. Mijn academische vrienden uit Polen en Bulgarije en Roemenië en voormalig Oost-Duitsland kennen de Russische beer. Ook ex-provo en ex-politicus Roel van Duijn is ervaringsdeskundige: hij is in 2006 getrouwd met een Russische, en hij heeft Rusland vele malen bezocht. Van Duijn weet waar hij het over heeft en ook hij waarschuwt ons al jaren tegen Poetin.

Op Facebook geeft Wouter Hanegraaff, niet toevallig ook een historicus, zinnig commentaar. Kamil Galev legt ons op twitter de geschiedenis van Rusland en Oekraïne uit. Jacek Rajewski roept op ons in de realiteit te verdiepen en wijst de weg naar goede informatiebronnen, door bij voorbeeld Andrei Kozyrev op twitter te volgen. Dat is goed advies, want Kozyrev is oud-minister van buitenlandse zaken in Rusland (1990-1996) en hij kent Poetin. Hier is zijn analyse van de situatie.

Lessen?

Zijn er lessen te trekken, behalve dan dat we de werkelijkheid over Poetin eerder onder ogen hadden moeten zien?

Zou het kunnen dat het Westen bijna even schuldig is aan het ontstaan van de Russische kleptocratie als Rusland zelf? Als de gelegenheid inderdaad de dief maakt, dan maakt de internationale financiële witwasindustrie de kleptocraat. En die industrie heeft in de jaren na het uiteenvallen van de Soviet Unie alle ruimte gekregen, ook hier in Nederland, vooral hier in Nederland, waar onze Zuidas-bankiers Gazprom helpen om Europese belastingen te ontduiken, en waar onze gasrotonde Russisch gas roert in de Europese mix.

De neoliberale deregulering heeft de omvorming van Sovjet-Rusland tot maffia-Rusland mogelijk gemaakt. En Nederland heeft daar ijverig aan meegeholpen. Toen ik op Wikipedia even de pagina van Wim Kok bezocht, de man die in Nederland de sociaal-democratie mee om zeep heeft geholpen, trof ik daar, jawel, een foto van onze toenmalige premier in 2001, handjes schuddend met Vladimir Poetin.

Wim Kok wordt onder andere herinnerd om de oproep aan de sociaal-democraten om hun “ideologische veren” af te schudden. Uit zijn Den Uyl lezing van 1995: “Het afschudden van ideologische veren is voor een politieke partij als de onze niet alleen een probleem, het is in bepaalde opzichten een bevrijdende ervaring”. Daarmee deed de ideologie van het marktdenken haar intrede. Kok had onvoldoende in de gaten dat linkse politiek een verhaal nodig heeft waar mensen in kunnen geloven. Zelf geloofde hij uiteindelijk alleen in geld verdienen, en de man die begon als vakbondsbestuurder eindigde als commissaris bij ING, Shell en de KLM, waar hij de excessieve beloningsstructuur voor de topmensen verdedigde.

Als je alleen in geld verdienen gelooft gooi je daarmee ook het goed fatsoen te grabbel. En je leeft in een illusie, want geld is uiteindelijk virtueel, maar oorlog is echt.

Werk aan de winkel

Werk aan de winkel: onze democratie herstellen. Het allerbelangrijkste daarvoor is: eindelijk een begin maken met de macht van het geld uit de politiek weren. Dat wordt nog een gigantische klus, want veel van onze ex-politici treden als lobbyist in dienst van het grootkapitaal. Nu zijn we ineens heel erg geschrokken van de manier waarop Gerhard Schröder en François Fillon zich door Poetin hebben laten omkopen, maar volgens een bericht dat ik las in Trouw gaan vier van de tien ex-politici in Nederland verder als lobbyist.

Cora van Nieuwenhuizen ging lobbyen voor de energiebedrijven. Maxime Verhagen en Eelco Brinkman gingen werken voor de bouwlobby. Over Wim Kok hebben we het al gehad. Neelie Smit-Kroes was zelfs zo onbeschaamd om na haar baan als Europees Commissaris en markt-reguleerder een positie te accepteren bij Uber. Maar de lijst is veel langer; kijk bij voorbeeld hier.

Dit moet stoppen. Kunnen we het ze niet gewoon verbieden? Waarom gunnen we ze niet allemaal een royaal staatspensioen, maar met een absoluut verbod om voor het bedrijfsleven te gaan werken? Dat kost misschien een paar centen, maar het is uiteindelijk veel goedkoper dan ze hun gang laten gaan, want dat is funest voor de rechtsstaat. Als lobbyist gooien ze zand in het democratisch proces waar niet het geld maar het gezonde verstand en de belangen van gewone mensen zouden moeten regeren.

Nog wat lees- en kijktips

Auteurs om te volgen: Anne Applebaum, Garry Kasparov, Masha Gessen, Luke Harding, Peter Pomerantzev, Fiona Hill, Sarah Kendzior. Hier in Nederland: Beatrice de Graaf, Caroline de Gruyter, Hubert Smeets.

Sarah Kendzior kon in 2016 voorspellen welke kant het met Amerika uit zou gaan onder Trump. Ze heeft volledig gelijk gekregen. We kunnen het zien. Laat je niet wijsmaken dat het onmogelijk is om te achterhalen wat er werkelijk aan de hand is, in je eigen land, in Amerika, in Rusland. Zie deze tekst uit 2016. Kendzior heeft geschiedenis en antropologie gestudeerd. Wikipedia vermeldt dat haar proefschrift ging over hoe de dictatuur in Usbekistan het internet gebruikte om publiek vertrouwen te ondermijnen en de media te manipuleren. Kortom, iemand met kennis van zaken.

Ook Anne Applebaum is historisch onderlegd. Met haar boek over de geschiedenis van de Goelag won ze de Pulitzer prijs. Ze waarschuwt vanaf 2014 tegen de destabiliserende invloed van een corrupt Russisch regime in Europa. Hier is een link naar een recent artikel van haar.

Peter Pomerantzev, geboren in Kyiv, ben ik gaan volgen toen ik zijn boek Nothing is True and Everything is Possible (2014) had gelezen, over de manier waarop Rusland propaganda als wapen inzet. Ook zijn latere boek, This Is Not Propaganda (2019) is een aanrader. Voor wie te weinig tijd heeft om boeken te lezen: Lees deze analyse van hem uit Time Magazine. Hier is een citaat:

How easy it would have been for Putin to create a flourishing Russia, with its vast oil wealth and human talent, to become a country that Ukraine would want to be close to! Instead, he created a country that stinks of fear, death, and murder that Ukraine has been trying to escape from. The Soviet writer Alexander Solzhenitsyn once found a metaphor for the Kremlin’s system in the title of one of his novels: Cancer Ward. It remains a potent metaphor. Cancers want to spread: to metastasize through Europe and beyond.

Vertaling:

Hoe makkelijk zou het voor Poetin zijn geweest om een ​​bloeiend Rusland te creëren, met zijn enorme olierijkdom en menselijk talent, om een ​​land te worden waar Oekraïne graag bij zou willen horen! In plaats daarvan creëerde hij een land dat stinkt naar angst, dood en moord waaruit Oekraïne heeft geprobeerd te ontsnappen. De Sovjetschrijver Alexander Solzjenitsyn vond ooit een metafoor voor het Kremlin-systeem in de titel van een van zijn romans: Kankerpaviljoen. Het blijft een krachtig beeld. Kanker wil zich verspreiden: uitzaaien door Europa en daarbuiten.

Kijktips: Mash Gessen, The Putin Files. Frivoler: Servant of the People, met Volodymyr Zelenskyy in de hoofdrol, Russisch met Engelse ondertitels.

Een nuttige lijst van tien oorlogsmythen, met debunk, is te vinden in The Guardian. Ook bij De Correspondent zitten goede journalisten die ons hier de weg wijzen. Ik ben erg blij met onze ‘Mainstream Media’.

Tenslotte loont het de moeite om het gedachtengoed van de Alexandr Dugin te bestuderen. Dugin is de ideoloog van Poetin. Een samenvatting van zijn boek Foundations of Geopolitics is hier te vinden. Lees en huiver.

Het is heel goed mogelijk om te weten hoe het echt zit

Om te weten hoe het echt zit in Rusland en Oekraïne moeten we in eerste instantie niet bij de politici of de filosofen of de professoren in de sociale theorie zijn, maar bij de historici, de historisch onderlegde journalisten, de schrijvers, de kunstenaars, de activisten, de dissidenten.

De meeste ideologen en filosofen kunnen we gevoegelijk links laten liggen, want die praten op een manier die ons verder wegvoert van de werkelijkheid. De werkelijkheid geeft niets om wat wij denken, en dus ook niets om onze morele verontwaardiging, om beurskoersen, om investeringsstrategieën of om banktegoeden. Dat is allemaal virtueel, en het wordt irrelevant wanneer de harde realiteit ons confronteert met fysieke grenzen of met oorlog.

Oog hebben voor je eigen ideologische verblinding helpt ook. Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir hadden dat niet. Ze lieten zich misleiden door het plaatje dat Sovjet-Rusland naar buiten bracht, maar hun tijdgenote Simone Weil had perfect in de gaten hoe het er in de Socialistische Heilsstaat werkelijk toeging. Dat was voor WO II. Het was toen dus wel degelijk mogelijk om er achter te komen hoe het daar werkelijk zat, maar Sartre en De Beauvoir wilden het gewoon niet zien. Wanneer filosofen meer interesse hebben voor hun eigen denken dan voor de werkelijkheid wordt het link.

De fouten en hun oorzaak

De grootste Westerse strategische fout bij het uiteenvallen van de Soviet Unie was het niet willen zien van de politieke werkelijkheid in Rusland: het ontstaan van een maffiastaat waar de voormalige KGB was omgevormd tot een moordmachine voor Putin en trawanten. En onze medeplichtigheid bij hoe Rusland is afgegleden zat hem in de deregulering van de geldmarkten, waardoor de kleptocraten vrij spel kregen.

De diepe oorzaak van deze blunders was de neoliberale ideologie die de Westerse machthebbers die ermee bevangen waren het zicht op de werkelijkheid benam. De ‘einde van de geschiedenis’ illusie van Francis Fukayama. Ook niet mag worden uitgevlakt: de lichtzinnigheid, de luiheid en de gemakzucht van het algemeen publiek. Sheila Sitalsing beschrijft het goed in haar column (citaat bovenaan deze tekst).

Het is menselijk om prettige illusies te kiezen boven onaangename waarheden. Dit twijfelen aan de werkelijkheid hebben we lang kunnen volhouden. Maar de werkelijkheid haalt ons altijd in, en dan komt het ogenblik waar het water ons aan de lippen staat en we alleen nog maar de keus hebben tussen pompen of verzuipen. Zo’n moment is nu.

Wordt vervolgd.