Dwaasheid begrijpen
Dit was mijn column voor Betty Asfalt Politiek Café, 15-11-2023.
De Trump-gekte in de VS, de ontkenning van het klimaatprobleem, de covid-19 bagatellisering, het verzet tegen de coronamaatregelen, de verwarring rond gender en geslacht, het nabauwen van de Poetin-propaganda, het lijken vormen van collectieve waanzin. Journalisten, wetenschappers en politici bedreigen omdat ze ons zouden misleiden, waar komt het vandaan? Is het voor het eerst dat zulke dingen gebeuren?
Als we dwaasheid willen begrijpen is dít een cruciaal inzicht: het is niet voor het eerst. Collectieve verdwazing is van alle tijden. Oorlog is misschien de ultieme gekte, en oorlog is minstens zo oud als de geschiedschrijving. De grote historicus Thucydides (vijfde eeuw voor Christus) geeft in Boek 1 van zijn Peloponnesische Oorlog de wezenlijke oorzaak van de verschrikkingen die hij beschrijft: `Het waren de opkomst van Athene en de vrees die deze in Sparta opwekte die de oorlog onafwendbaar maakten.’ Deze droge zin lijkt ook de huidige verhoudingen tussen China en de VS goed te beschrijven.
Lev Tolstoj schetst in Oorlog en vrede het begin van de veldtocht van Napoleon tegen Rusland: een schier eindeloze vrolijke karavaan van paarden, koetsen, kanonnen, voetvolk, proviandwagens, ossenkarren, marketentsters, hoeren en meelopers. Iedereen lijkt dit te ervaren als een spannend avontuur en gelooft in een snel en eclatant succes. Twaalfhonderd bladzijden verder weten we beter. Tolstoj ziet oorlog als een golf van massale waanzin waarbij hoofdpersonen zoals de Russische tsaar en l’empereur Napoleon ten onrechte menen dat ze aan de touwtjes trekken. In feite worden ze net zo willoos meegesleurd als alle andere betrokkenen.
Grote literatuur of indringende cinema maakt de dwaasheid inzichtelijk waarmee oorlogen worden begonnen. Michael Moore gebruikte in zijn documentairefilm Fahrenheit 9/11 (2004) stiekem gemaakte kleedkameropnames van de momenten die voorafgingen aan de Amerikaanse oorlogsverklaring aan Irak. Toevallig heb ik die film gezien toen ik op conferentie was in San Francisco, in de week van de première, in een stampvolle bioscoop waar de bezoekers achteraf spontaan met elkaar bleven praten. Schokkend voor iedereen was het gebrek aan ernst bij George W. Bush en Paul Wolfowitz. Wolfowitz steekt een kam in zijn mond om daarna met de spuug zijn haren recht te plakken. De heren knikken naar elkaar. Ze lachen. Ze zijn klaar voor de camera’s. Lichtzinniger een oorlog beginnen kan haast niet. Officieel werd deze oorlog beëindigd in 2010, maar tot vandaag is het de VS niet gelukt er zich volledig uit terug te trekken. En alles dat het heeft opgeleverd is dood, verwoesting, ellende en politieke chaos.
Misschien zou je oorlog moeten zien als een collectieve traumareactie. De VS reageerden op het trauma van 9/11 als een blinde reus die door wespen wordt gestoken en wild om zich heen gaat slaan. Israël maakt bij de respons op de terroristisch aanval van Hamas helaas dezelfde fout. Hier komen we op glibberig terrein. Collectief trauma, wat is dat? De voedingsbodem voor populisme of juist het gevolg van wat populisten aanrichten? Kan het zijn dat de werkelijkheidsontkenning rond de covid-19-pandemie die we zien bij groepen als Viruswaarheid en Vrouwen voor Vrijheid is veroorzaakt door collectief trauma? Pijn die volgt op de plotseling verstoorde illusie van een vanzelfsprekend recht op individuele ontplooiing? Pijn wegens aantasting van het vermeende recht op volledige vrijheid en bescherming tegen ongemak, zonder dat daar enige plicht tegenover staat?
Met de begrippen rechten en plichten of verantwoordelijkheden komen we op het terrein van de ethiek. Enige reflectie leert dat mijn rechten de plichten zijn van een ander. Immers, als ík recht heb op ongehinderde zelfontplooiing, dan moet er iets of iemand zijn met de plicht om dat te garanderen. Wie of wat zou dat kunnen wezen? Wie heeft er vijfenzeventig jaar voor gezorgd dat de geprivilegieerden onder ons in vrijheid hun gang konden gaan? Juist, de Nederlandse overheid! Dat zou je kunnen zeggen, inderdaad. Maar onze overheid werd wel flink geholpen door een aantal toevalligheden in de geschiedenis. De wederzijdse nucleaire dreiging tussen VS en Sovjetunie leidde tot de Koude Oorlog. De Westeuropese verzorgingsstaten werden opgetuigd, gesubsidieerd door de VS, om de communisten buiten de deur te houden. Westeuropese integratie maakte een eind maakte aan de lange serie verwoestende oorlogen die vast onderdeel uit leek te maken van onze continentale geschiedenis.
Veel mensen in Nederland verwachten – of eisen – dat de overheid alle echte problemen buiten de deur houdt. Ze zijn niet anders gewend en ze weten niet beter, want geschiedenisboeken lezen ze niet. Ze vinden dat de overheid de plicht heeft om ons te beschermen tegen een pandemie, onze levensstandaard moet garanderen, en ons dient te vrijwaren van oorlog en ellende. Deze manier van denken lijkt te veronderstellen dat de overheid de werkelijkheid volledig naar haar hand kan zetten. Helaas kan geen enkele overheid pandemieën voorkomen, autocraten pacificeren en de gevolgen van klimaatontwrichting ongedaan maken.
De periode van vrede en steeds maar toenemende welvaart die we vanaf de Tweede Wereldoorlog hebben gekend was historisch gezien eigenlijk zeer uitzonderlijk, maar om dat te beseffen moet je een beetje geïnteresseerd zijn in geschiedenis. Denken dat we recht hebben op vrijheid, veiligheid en overvloed zonder dat daar iets tegenover hoeft te staan, is dat eigenlijk niet behoorlijk naïef?
Een functionerende democratie veronderstelt een electoraat dat op elementair niveau waar van onwaar kan onderscheiden. Maar Nederland telt 2,5 miljoen laaggeletterden, en op X – voorheen Twitter – is dat te merken. Over een week, op 22 november, stemmen ze mee. In de VS is één op de vijf volwassenen laaggeletterd. Dat zijn ongeveer 43 miljoen Amerikanen. Over een jaar, bij de volgende presidentsverkiezingen van 5 november 2024, stemmen ze mee.
We kunnen dwaasheid overigens niet koppelen aan laaggeletterdheid, want er zijn genoeg verstandige mensen die nooit goed lezen en schrijven hebben geleerd. En er zijn ook genoeg “knappe imbecielen”, om even een omschrijving te gebruiken die Henri Beunders leende van Arthur Koestler. Groepsdenken kan heel gemakkelijk omslaan in vriend- en vijanddenken. Heel graag bij een groep willen horen is daarom niet zonder gevaar. Of zoals Arthur Schopenhauer het zei: `Wie geen plezier vindt in eenzaamheid zal niet van de vrijheid houden’.
Twijfel aan de werkelijkheid begint vaak met niet meer weten waar we in moeten geloven. Er zijn dingen die we niet kunnen weten, en het is goed om ons daarbij neer te leggen. Maar het is beslist niet zo dat we aan alles moeten twijfelen. Ons denken en oordelen wordt nooit perfect, maar het kan wel steeds beter worden. Mijn boek Twijfelen aan de werkelijkheid, dat dit najaar is verschenen bij Walburg Pers, wil daarbij helpen, met uitleg over hoe wetenschap werkt, met aanwijzingen over hoe we de betrouwbare bronnen kunnen leren onderscheiden van de propaganda, en met filosofische verheldering.