Twijfelen aan de Werkelijkheid (22)
Het is niet nodig om deze serie vanaf het eerste deel te lezen, maar als je het beslist wil dan kan het.
Over zin en onzin, en over een verhaal dat werkt
Volgens mij is een belangrijke missie van filosofie: zin van onzin onderscheiden, voor onszelf, en in interactie met anderen. We willen niet alleen zin-onzin scheiding voor onszelf, we willen ook samen zin en onzin uit elkaar zien te pluizen. Pas dan kan er zicht komen op waar we met onze samenleving heen willen. En dan komen we bij een andere belangrijke missie van filosofie: een verhaal vertellen over de plaats van mensen op aarde dat werkt. We hebben namelijk een probleempje met ons huidige draaiboek.
Ons draaiboek werkt niet
Het probleem met ons draaiboek, ik vermoed dat het mijn lezers niet is ontgaan, is dat we met zijn allen in rap tempo bezig zijn de aarde onbewoonbaar te maken. Onbewoonbaar voor mensen dan. Over hoe het met het klimaat zit, over de hamer en het aambeeld waar we tussen zitten, hebben we het eerder in dit feuilleton al gehad. Over dat de fossiele brandstof opraakt. Over dat we er miljoenen jaren aan gefossiliseerd zonlicht in tweehonderd jaar doorheen hebben gejaagd. Over de atmosfeer die nu barstensvol zit met broeikasgas dat niemand er meer uitkrijgt en dat ons klimaat zeer grondig aan het verstoren is.
Over de mensen die dit allemaal ontkennen hebben we het ook gehad. Dat is werkelijkheidsontkenning, en daar gaat deze serie onder meer over. Maar ik denk dat ik hier alleen lezers over heb die het niet ontkennen. Nu ja, we zouden nog samen kunnen volhouden dat het de anderen zijn die de zaak verkloten. Want hoezo, met zijn allen? Zo’n tien procent van de mensheid is daar druk mee, de rijkste tien procent, want het zijn de mensen met het meeste geld die de meeste schade aanrichten.
De tien procent, daar horen wij bij
Helaas, dit helpt niet, in mijn geval althans. Die tien procent, daar horen wij bij, met ons vakantieboerderijtje in Frankrijk, met de vliegreizen die we heel af en toe maken (het afgelopen jaar even niet, nee), met onze jaarlijkse autokilometers, met de kleding en de spulletjes die we jaar in jaar uit kopen. We hoeven hier niet precies te gaan uitrekenen wie dat zijn, de rijkste tien procent van de mensheid, maar het is wel duidelijk dat veel Nederlandse gezinnen daar bij horen. Daar hoef je bepaald geen vakantieboerderijtje in Frankrijk voor te hebben… Wij zijn een ongehoord rijk landje, en alle rijkaards die hier wonen leggen samen een ongehoord beslag op aardse hulpbronnen.
Dan nog kunnen we zeggen dat wij het niet zijn, maar dat het juist de rijkste één procent zijn die het allemaal voor de rest verklooien. Zo houden we onszelf mooi buiten schot. Maar volgens een onderzoek van het Stockholm Environment Institute zorgen wij met onze tien procent voor de helft van de jaarlijkse CO2 uitstoot. En de grootste ambitie van het wereldpeloton van Chinezen, Indiërs, Afrikanen dat achter deze kopgroep aanjakkert is: ons zo snel mogelijk zien in te halen. Natuurlijk kan dit niet goed blijven gaan.
Aan wie ligt het?
We zouden ook kunnen zeggen dat het niet aan ons, consumenten, ligt, maar aan de vervuilende fossiele-brandstof-producerende concerns die het spul voor ons uit de grond halen. Dat hoor je dan ook veel. En dat is flauw, want die concerns produceren het gas, de stookolie, de benzine en de kerosine waar wij onze huizen mee verwarmen, onze containerschepen mee laten varen, onze auto’s mee voltanken, en onze vliegtuigen mee in de lucht houden. Produceren is trouwens een gek woord voor iets uit de grond halen en een beetje bewerken, maar goed.
We zeggen dat het aan Shell en Exxon ligt, maar zolang wij gewoon willen doorgaan met benzine tanken zullen zij voor ons blijven raffineren. We gaan gewoon door, omdat we niet weten hoe het anders zou moeten. Dus gaan zij gewoon door, omdat zij ook niet weten hoe het anders moet. Dit stopt pas als de olie op is of als de vraag verdwijnt.
Ons probleem is dat we ons generaties lang hebben laten leiden door een geloof dat we nu in snel tempo aan het kwijtraken zijn: het geloof in materiële vooruitgang. Zonder dat geloof valt denk ik wel te leven, al moeten we samen nog uitvinden hoe. Maar een leven zonder hoop, in een tijd van materiële achteruitgang, dat wordt veel moeilijker. Dat is eigenlijk niet te doen. We hebben een nieuw verhaal nodig, een verhaal dat ons kan inspireren tot iets nieuws.
De macht van het geld is een probleem
De aarde is van ons samen. Dat sommigen van ons veel meer bezittingen hebben dan sommige anderen, dat kan mij persoonlijk niet zoveel schelen want ik vind dat ik genoeg heb en ik ben niet erg jaloers aangelegd. Is het leven van een succesvolle wellness influencer (prototype: Oprah Winfrey) of van een succesvolle ondernemer (prototype: Jeff Besos) wel het best mogelijke leven? Zou ik Jeff Besos willen zijn?
“Er was een man die stenen hieuw uit een rots. En zijn arbeid was zwaar, en zijn loon was gering. En tevreden was hij niet.” Nee, Multatuli, zo voel ik me helemaal niet. Mooie auto’s, exotische reizen, luxe vakanties, het zegt me allemaal niet veel, dus super veel geld heb ik niet nodig. Gelukkig denkt Heleen er ook zo over, want als je een partner hebt die luxe verlangt wordt het lastig.
Maar dat sommige mensen obsceen veel geld hebben is op een bepaalde manier toch wel een probleem. Want mensen met obsceen veel geld kunnen een onevenredige invloed uitoefenen op het reilen en zeilen van de samenleving. En de ervaring leert dat de miljardairs lang niet altijd het beste met de rest van ons voor hebben.
Onszelf heruitvinden, hoe moet dat?
Kunnen we onszelf heruitvinden? Als meesters van de schepping zijn we mislukt, dat lijkt me zo langzaamaan wel duidelijk. De tijd van het geloof in onze uitzonderlijkheid is voorbij. Wij zijn geen heersers over de natuur, wij zijn onderdeel van de natuur. Wij kunnen niet zonder de aarde, terwijl de aarde heel goed zonder ons kan. Mannen zijn niet superieur aan vrouwen, witte mensen zijn niet superieur aan gekleurde mensen. Ook niet andersom trouwens. De gelijkwaardigheid van alle mensen is een van de dingen waar we het zo langzamerhand over eens kunnen zijn. Alle mensen hebben recht op een menswaardig bestaan, op genoeg voedsel, op redelijk onderdak. Daar staan dingen over in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Tegenover de Rechten van de Mens staan Plichten van de Mens. Mijn recht is immers de plicht van een ander, maar daar gaat het minder vaak over. Bij de Rechten van de Mens hoort in elk geval niet om de aarde te plunderen. En toch doen we het. We doen het, maar het klopt niet. Het klopt niet, want we zijn voor alles afhankelijk van de aarde. En daaruit volgt dat het bij de Plichten van de Mens hoort om de aarde te beschermen.
Suche die verdammte Fragen
Wij laten ons voorstaan op ons intellect dat ons in staat heeft gesteld om de natuur naar onze hand te zetten. Maar we hebben er een potje van gemaakt. Hoe moet dit verder? Kan dit nog wel verder? “Geen getreuzel meer met die verdomde vragen,” om in de geest van Heinrich Heine te spreken.
Lass die heil’gen Parabolen
Lass die frommen Hypothesen -
Suche die verdammte Fragen
Ohne Umschweif uns zu lösen.
Kunnen we met zijn allen nog een nieuwe start maken? En hoe zou dat er dan uit moeten zien? Een narratief laten vallen kan alleen als we er een beter verhaal voor in de plaats kunnen stellen. Hoe zou een inspirerend verhaal, een verhaal van hoop, er vandaag de dag kunnen uitzien?
De politiek gaat ons niet redden
Bij de politiek moeten we in elk geval niet zijn. Het is duidelijk dat onze politici eerst hun oor bij ons te luisteren leggen om er achter te komen wat wij willen horen. En dat verhaal, ons eigen verhaal, krijgen we dan van ze terug, want ze willen graag door ons worden herkozen. En dus krijgen we praatjes voor de vaak, over eindeloos electrisch auto rijden en onbeperkt vliegen op schone energie. We hebben het al eerder gehad over waarom dit lulkoek is. Zolang we de aangename lulkoek prefereren boven de onaangename waarheid krijgen we van onze politici wat we van ze verlangen: onnozele zwets en eindeloos gelul.
Echte staatslieden - mensen van de statuur van Pericles of Abraham Lincoln - staan pas op als iedereen, of in elk geval een overgrote meerderheid van de bevolking, ervan overtuigd is dat de samenleving gered moet worden van een imminent gevaar. Maar dat zie ik nog niet gebeuren. Zoiets gebeurt enkel in oorlogstijd, en we hebben hier niet te maken met een traditionele oorlog maar met een oorlog tegen het betekenis geven, om met Daniel Schmachtenberger te spreken.
Onszelf verbeteren gaat ons ook niet redden
Is het echt nodig om onszelf te verbeteren? Ons immuun systeem te boosten? Veganisme te omarmen? Koffie, wijn en whisky af te zweren? Allemaal prachtig voor wie dat wil, maar ik hoef dat van mezelf allemaal niet. Nog niet. Het is luxe, dat besef ik, en als het straks niet meer voorhanden is zal wel blijken dat ik heel goed zonder kan. Maar zolang het er is blijf ik er nog even van genieten. Ik heb mezelf toestemming gegeven om “werk in uitvoering” te blijven. Ik hoef van mezelf niet volmaakt te zijn.
Veganisten die mij willen bekeren snap ik, want het is voor ons en voor iedereen en vooral voor de dieren beter als er meer mensen veganist worden. Alleen voor mij is - op dit moment - de veganistische ideologie te streng. Ik heb in mijn studententijd even bij een macrobiotisch clubje gezeten, maar ik heb gemerkt dat ik strenge diëten niet volhoud. Op een gegeven moment heb ik er gewoon geen zin meer in.
Grote verbeteringen aan mezelf hoeven niet meer. Als iemand tegen me zegt dat iets moet, dan kan ik altijd de vraag stellen “Van wie dan?” En als een innerlijke stem tegen mij zegt dat iets moet, dan zou ik die innerlijke stem willen vragen “Hoor eens, innerlijke stem, namens wie spreek jij eigenlijk?” Zo’n innerlijke stem, daar kun je trouwens ook heel goed niet naar luisteren, heb ik gemerkt. Daar hebben die innerlijke stemmen niet van terug, want die gedijen juist bij aandacht.
De kracht van het mediteren ontken ik niet. Maar ik mediteer niet om een beter mens te worden. Ik mediteer juist om te ervaren, eraan herinnerd te worden, dat ik al goed genoeg ben zoals ik nu ben. En soms mediteer ik weer eens een tijdje niet. En dan is het ook goed. Het jezelf niet hoeven verbeteren is heerlijk. Ik kan het iedereen aanraden.
We hoeven onze medeverantwoordelijkheid niet te ontkennen
Dat ik mezelf niet hoef te verbeteren betekent overigens niet dat ik mijn medeverantwoordelijkheid ontken voor de schade die onze manier van leven aanricht voor de planeet. Ik ben onderdeel van een systeem dat aan het vastlopen is. In het volle besef dat dat zo is kan ik kijken naar wat ik kan doen. Wat ik kan doen is een klein beetje uit het systeem stappen dat de schade aanricht. Wat ik kan doen is stapjes zetten naar leven volgens een ander verhaal. In dat andere verhaal is het hoogst onwaarschijnlijk dat we de levensstandaard zullen houden waar we nu van genieten. En dan zal vanzelf blijken of de extravagante materiële overvloed van nu echt nodig is voor een vervuld leven. Het zou kunnen meevallen. Wanneer onze hoog-technologische beschaving straks is vastgelopen zijn we allemaal arm. En als we allemaal arm zijn, dan is er niemand arm.
Ons verhaal op orde krijgen… Een aanzet
Wat ons kan helpen is ons verhaal op orde te krijgen. Hier is mijn poging, maar iedereen moet dit voor zichzelf doen. De kern van het verhaal is: Wij horen bij de aarde. Die kern kunnen we dan met elkaar gaan delen, uitbreiden, aanvullen. Het verhaal vraagt erom te worden uitgedragen en bezongen, met poëzie, literatuur, theater, dans, muziek, beelden, kunst…
Wij horen bij de aarde. Alle verhalen over God, god, goden, cherubijnen, engelen, aartsengelen, galactische lichtwezens of noem maar op, mogen we gevoegelijk vergeten. Verhalen over de duivel en satanische elites ook, alsjeblieft. Onze broeders en zusters zijn heel dichtbij. Het zijn de gewervelde en de ongewervelde dieren, de vogels, de vissen, de bijen en insecten, de bomen, de planten. Wij zijn niet superieur aan onze broeders en zusters.
Wij horen bij de aarde. Wij zijn niet uitverkoren om over de aarde te heersen. We hoeven geen heerschappij te voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt. Dat is een verhaal dat niet heeft gewerkt. We hebben nu een verhaal nodig dat werkt. Een verhaal dat zou kunnen werken is: Wij zijn uitgenodigd om de aarde te delen met onze broeders en zusters.
Wij horen bij de aarde. Wij zijn niet zondig, dus hoeven we ook de weg uit de zonde niet te vinden. We hoeven niet naar het licht want we zitten niet in het donker. We hoeven niet hiernamaals gestraft of beloond te worden. Niemand hoeft ons te bevrijden, want er is met ons en met de aarde niets mis. We hebben geen verlossing nodig. De aarde kan een goede plek voor ons zijn, ook al is er lijden. We hoeven het lijden niet te ontkennen. Ons lijden wordt draaglijk als we het samen willen dragen. We worden uitgenodigd om in te zien dat we geen bevrijding nodig hebben omdat we al vrij zijn.
Wij horen bij de aarde. Niemand hoeft ons de juiste manier van leven te komen vertellen, want er ís geen juiste manier van leven. Onze broeders en zusters laten ons zien dat er schier oneindig veel mogelijke manieren van leven zijn. We hoeven alleen maar zelf, voor onszelf, uit te vinden hoe we willen leven. Soms helpt het om dat samen met anderen te doen, maar dat hoeft niet, want we mogen zelf kiezen wat bij ons past. Als we menen daarbij leraren nodig te hebben dan mogen we die leraren zelf kiezen.
Wij horen bij de aarde. We worden uitgenodigd om in te zien dat we voor ons leven afhankelijk zijn van andere mensen, van onze broeders en zusters, van alle leven op aarde, van de aarde zelf, van de natuurwetten, van het universum.