Twijfelen aan de Werkelijkheid (5)
Lezen vanaf het begin? Zie hier.
Wat kunnen wij weten?
Hoe de dingen werkelijk zijn, daar heeft ieder van ons maar beperkt inzicht in. Waarheid is overeenstemming met hoe de dingen werkelijk zijn. Ons inzicht in de waarheid is altijd betrekkelijk. We hebben allemaal ons eigen perspectief … maar je kunt je wel oefenen in uitzoeken “hoe het echt zit”. Sommigen zijn daar veel beter in dan anderen.
De beschouwingen van Immanuel Kant over de grenzen aan ons kenvermogen zijn tamelijk zware kost. Chinese filosofen in de traditie van de Tao praten luchthartiger over dit soort zaken. Hier is een beroemde dialoog tussen Zhuangzi en Hui Shi (vierde eeuw v. Chr). Zhuangzi is een klassieke vertegenwoordiger van de Tao. Hij spreekt tot ons in korte dialogen en parabels, en zijn stijl is tegelijk diep en onderhoudend. Kijk maar naar de dialoog. Hui Shi is een filosoof van een (vriendelijk) rivaliserende school.
Zhuangzi en Hui Shi wandelen samen langs de rivier Hao.
Zhuangzi: “Moet je eens zien hoe die vissen springen. Dat is waar vissen echt van houden”.
Hui Shi: “Jij bent zelf geen vis. Hoe kun jij nu weten waar vissen echt van houden?”
Zhuangzi: “Jij bent mij niet. Hoe kun jij weten dat ik niet weet waar vissen van houden?”
Hui Shi: “Inderdaad, ik ben jou niet. Dus ik kan niet weten wat jij weet. Maar ik weet wel dat jij geen vis bent. En daaruit volgt dat jij niet kunt weten waar vissen van houden.”
Zhuangzi: “Laten we terug gaan naar de oorspronkelijke vraag. Je vroeg hoe ik weet waar vissen van houden. Door te vragen hoe ik het weet geef je al toe dat ik het weet. Ik weet het door hier te staan kijken langs de rivier Hao.”
Als je hier veel over zegt gaat de lol eraf, dus ik houd me in. Maar wat mij aanspreekt is de speelse manier waarop Zhuangzi hint op de mogelijkheid om iets te weten door af te stemmen op wat er onmiddellijk is.
Iets weten zonder het te kunnen bewijzen
Uiteraard is de dialoog tussen Zhuangzi en Hui Shi in de loop der tijden uitvoerig van filosofisch commentaar voorzien. Nogal wat besprekers menen dat Zhuangzi hier illustreert hoe iedereen gebonden blijft aan zijn eigen perspectief. Zelf geloof ik daar geen klap van. Volgens mij laat Zhuanzi hier juist iets zien over een belangrijke manier om dingen te weten te komen: wisselen van perspectief. Niet iedereen kan dat, maar als je het kunt kom je iets aan de weet dat je op geen enkele andere manier kunt achterhalen. In een ander beroemd verhaal vertelt Zhuangzi over een droom van Zhuang Zhou:
Zhuang Zhou droomde eens dat hij een vlinder was, een vlinder die lustig fladderde, helemaal in z’n nopjes, en die niet wist dat ie Zhou was. Toen hij plotseling ontwaakte, was hij wel wis en zeker Zhou. Nu weet ik niet of Zhou droomde dat hij een vlinder was of dat de vlinder droomde dat ie Zhou was. Toch moet er tussen Zhou en de vlinder een zeker onderscheid bestaan. Dit is wat de “transformatie der dingen” genoemd wordt.
Dus als iemand gevoelig is voor het effect van perspectiefwisseling dan is het wel Zhuangzi. Terug naar het eerdere verhaal. Zhuangzi liep met zijn vriend te mijmeren langs de rivier Hao, hij zag de vissen springen, en voelde vreugde in zijn hart. En hij wist: die vissen buitelen van plezier. Hoe weet ik dat hij dat wist? Ik ben toch geen Chinese filosoof?
Een aantal jaren geleden zaten Heleen en ik buiten te genieten, op vakantie in Frankrijk. Een prachtige dag. Er kwam een vinkje bovenaan de voorruit van onze auto zitten. Hij keek naar ons en … roetsjte toen over de voorruit naar beneden. En hij keek weer. Hadden we het wel gezien? En roetsj, daar ging hij nog een keer. En we werden net zo blij als Zhuangzi aan de oever van de Hao. Dieren niet bewust? Of zou het misschien kunnen dat sommige filosofen - zoals Descartes, die meende dat dieren een soort automaten zijn - ongevoelig zijn voor bepaalde ervaringen?
Hoe weet ik dat jij bewust bent?
In feite zijn er heel veel dingen die we kunnen weten zonder het te kunnen bewijzen. Ik weet bij voorbeeld door binnen in mezelf te kijken dat bij mij binnen het licht aan is. Maar stel dat ik zou worden ontvoerd en ondervraagd door een alien die vermoedt dat ik een specimen ben van een soort die juist geen bewustzijn heeft. Hoe zou ik hem kunnen overtuigen?
Nu we het er toch over hebben: hoe weet ik dat jij bewust bent, dat bij jou van binnen het licht aan is net zoals het bij mij aan is? Misschien ben ik wel de enige bij wie vanbinnen het licht schijnt. Misschien zijn jullie allemaal wel robots? Als je over dit soort zaken gaat redetwisten is het pleit al verloren. Dan eindig je misschien nog als solipsist. De filosoof Bertrand Russell beschrijft ergens dat hij eens een lezing gaf waar na afloop een oudere dame opstond die verklaarde dat zij solipsiste was. Maar ze wilde daar niet al te stellig over zijn, voegde ze eraan toe. “For, of course, this is only one person’s opinion.”
Dat bij jullie allemaal het licht aan is, net zoals bij mij, weet ik heel zeker, uit directe ervaring. De bron van die kennis is herkenning. Als ik met een van jullie apart ga zitten om elkaar een tijdje diep in de ogen te kijken wordt het volkomen duidelijk. Dan kan ik het licht in jou direct zien schijnen. En dan kun jij het licht in mij direct zien schijnen. Die ervaring is prachtig en indringend. Vandaar misschien dat veel mensen dit niet aandurven.