Van Beijing naar Taipei
Vanochtend om zes uur, terwijl Beijing nog bijna helemaal donker is, vertrekken Yanjing en ik per taxi naar het vliegveld voor onze reis naar het andere China: het China van Taiwan.
Op de autoradio in de taxi horen we zowaar nog even de stem van Onze Koning. Gisteren was het staatsbezoek, en daarover is op de radio nog een samenvatting. Toch nog belangrijk nieuws, volgens Yanjing, want gebracht als tweede item, direct na het verslag over een bijeenkomst van de Partij. De koning zegt in zeer behoorlijk Engels tegen partijleider Xi: “Wij voelen ons zeer vereerd dat we zo kort na uw bezoek aan het Verenigd Koninkrijk hier al welkom waren voor een staatsbezoek.” Xi was intussen dus terug uit het VK, en weer fris om Willem Alexander en Maxima te verwelkomen. Inderdaad, Yanjing, jullie leiders hebben het druk.
De internationale luchthaven van Beijing heeft drie ver van elkaar gelegen terminala. We vertrekken van Terminal 3, een gigantisch hypermodern gebouw.
We hebben nog net tijd om even in de boekwinkel te neuzen. Het volgende boek vind je volgens Yanjing alleen in China:
Ach, koop ik misschien de volgende keer.
Maar het science fiction boek van Cixin Liu (zeer bekend in China) is volgens Yanjing wel een aanrader:
Tot mijn verrassing blijkt Terminal 3 zo groot te zijn dat we met een zelfrijdend treintje naar de instapplaats moeten worden gebracht.
De vlucht van Beijing naar Taipei duurt ongeveer drie uur, en in die drie uur vliegen we globaal naar het zuiden. Het klimaat in Taipei is subtropisch tot tropisch. Bij aankomst om half twaalf is het 27 graden.
De stad blijkt vergeven van de scooters, die als kwaadaardig ronkende wespen de atmosfeer verpesten. Wat dit betreft ligt Taipei ver achter op Beijing, waar intussen vrijwel al het gemotoriseerde tweewieler-verkeer electrisch is. Als ik de sfeer op straat ergens mee moet vergelijken is het Vietnam.
In het vliegtuig heb ik ruim de tijd gehad om te lezen over de bewogen geschiedenis en de huidige precaire politieke en economische situatie van Taiwan. Het grootste verschil tussen PRC (People’s Republic of China, ofwel de Volksrepubliek China) en Taiwan (die zichzelf ook wel ROC, ofwel Republic of China noemt, maar dat pikt de regering in Beijing dan weer niet) is dat Taiwan sinds zeer kort een democratie is. Een wankele democratie, maar toch: een samenleving waar je op meer dan een partij kunt stemmen.
De dominerende partij is hier nog steeds de Nationalistische Partij of Kwo Min Tang (KMT), die in 1945 het bewind in Taiwan overnam van de Japanners. Hun leider Chiang Kai-shek (TKC) was intussen de strijd tegen de communisten onder Mao Zedong aan het verliezen. TKC was, anders dan de grote inspirator van de Chinese emancipatie, Sun Yat-sen, bepaald niet progressief, en het regime dat de KMT in Taiwan opzette riep dan ook verzet op, te meer omdat de vasteland Chinezen de gejapaniseerde Taiwanezen (Taiwan was tussen 1895 en 1945 een Japanse kolonie) niet voor volwaardige Chinezen aanzagen.
In 1947 liepen de zaken zeer bloedig uit de hand. Dit is nog steeds de zwartste bladzijde in de moderne geschiedenis van Taiwan. Op 28 februari 1947 werd een oudere vrouw voor een klein vergrijp (sigarettensmokkel) door de KMT politie bewusteloos geslagen en voor dood achtergelaten. Boze omstanders reageerden en brachten de politie in het nauw. Een agent raakte in paniek en schoot in de menigte. De eerste onschuldige dode. De volgende dag ontstonden er rellen, en gingen er politiebureau’s in brand. Meer paniek, meer doden. Uiteindelijk herstelden de Taiwanezen de orde zelf, en de leiders van de opstand stelden een aantal eisen op. Generaal Chen Yi, die Taiwan namens TKC bestuurde, leek hier op in te gaan. Intussen liet hij echter in het geheim troepen overkomen om het gezag van de KMT te herstellen. Vanaf 8 maart richtten die troepen een bloedbad aan. De schattingen van het aantal doden lopen uiteen van 18.000 tot 28.000. Het komt erop neer dat zowat de hele intellectuele elite werd uitgemoord: iedereen die verdacht werd van steun aan het protest kon worden geexecuteerd. Vanaf dat moment gold in Taiwan tot 1987 het oorlogsrecht, en kon over het 2-28 incident niet openlijk worden gepraat. Pas in 1992 volgde een publieke spijtbetuiging van president Lee Teng-hui (“de vader van de Taiwanese democratie”). Nu is 28 februari een nationale herdenkingsdag.
Over verhouding tussen Taiwan en de PRC nu valt veel te vertellen, maar daarover een andere keer. Tekenend voor het verschil in perspectief is dat men na moeizaam onderhandelen is overeengekomen dat zowel Taiwan als PRC een eigen interpretatie hebben van Er is maar een China. De PRC beschouwt Taiwan als binnenland, Taiwan beschouwt de PRC als buitenland. Yanjing mag bij het naar Taiwan reizen zijn Chinese paspoort niet gebruiken, maar heeft in plaats daarvan een apart document dat er wel als een paspoort uitziet maar geen paspoort is. Hij is immers op een binnenlandse reis. De vlucht van Beijing naar Taipei wordt in Beijing aangekondigd als domestic flight. Enzovoort.
Ons hotel blijkt recht tegenover het instituut te liggen waar LORI V, de vijfde internationale conferentie over logica, rationaliteit en interactie, wordt gehouden. Vanuit de lobby van het hotel kun je dit zien: