Waarheid
Hannah Ahrendt schreef ooit:
It has frequently been noted that the surest result of brainwashing in the long run is a peculiar kind of cynicism, the absolute refusal to believe in the truth of anything, no matter how well it may be established. In other words, the result of a consistent and total substitution of lies for factual truth is not that the lie will now be accepted as truth, and truth be defamed as lie, but that the sense by which we take our bearings in the real world—and the category of truth versus falsehood is among the mental means to this end—is being destroyed.
Hannah Ahrendt, Truth and Politics, 1967
Ahrendt heeft gelijk. Al leven we in een land met een vrije pers, onze hersens worden zo regelmatig gespoeld door lobby-praatjes en door reclame dat we collectief zijn gaan twijfelen aan ons vermogen om waar van onwaar te onderscheiden, ook als het gaat over zaken waar we dat heel goed zouden kunnen.
Wanneer de hoogleraren die verbonden zijn aan de Letteren Faculteit van de Universiteit van Amsterdam hun bezorgdheid uitspreken over de verschraling van het onderwijs, dan wordt dit door de buitenwacht voor kennisgeving aangenomen. “Die zijn bang dat de tent gaat sluiten, en nu komen ze op voor hun eigen hachje.” Net zo als professoren in de krant waarschuwen tegen het nieuwe wetenschapsbeleid. Een pleidooi voor wetenschap als hoeder van de waarheid wordt al snel opgevat als het zoveelste lobby-verhaal, dat we met een geeuw terzijde kunnen schuiven.
Wanneer we ons oordeelsvermogen eenmaal kwijt zijn kunnen de kwaliteitskranten en het internet ons niet meer helpen. Die krant hanteert trouwens te vaak de ene kant versus andere kant stijl die de lezer in het midden laat uitkomen, ook in gevallen waar een van de partijen evidente onzin verkoopt. En op internet kun je voor elke opvatting, hoe absurd ook, wel een site vinden met verdedigers.
Helpt wetenschap hiertegen? Ten dele zeker wel. Een van onze dochters volgt op het gymnasium het vak sterrenkunde. Een van haar opdrachten deze week is om uit een tabel met werkelijke en schijnbare magnitudes van een aantal sterren de afstand in lichtjaren uit te rekenen. Als je de vragen die hier worden gesteld tot je laat doordringen, en wanneer je stilstaat bij het wonder dat mensen op zulke vragen ware antwoorden kunnen geven, dan geeft dat dieper inzicht in wie wij zijn, en in onze plaats in de kosmos. En daarmee word je een rijker mens. Ongeveer zoals de onderwijshervormer Kees Boeke dat voor ogen had in Wij in het heelal, een heelal in ons. Dat is dus wat wetenschap vermag.
Mijn collega Albert Visser deed onlangs een voorstel om het begrip correctheid of waarheid breder op te vatten. “De vraag naar correctheid is breder dan alleen het technische aspect. Oplossingen dienen ook menselijk aanvaardbaar te zijn. Men denke bijvoorbeeld aan de problemen rond de bio-industrie.”
De hoop is nu dat de methoden die de wetenschap heeft ontwikkeld om waar van onwaar te onderscheiden breder kunnen worden toegepast, bij het oplossen van maatschappelijk brandende kwesties. Het gaat er dan om om de methoden van waarheidsvinding uit te breiden naar nieuwe terreinen.
Maar dan zullen wetenschappers (de beta’s, de mensen van wat Visser de klopwetenschappen noemt, de mensen die gewend zijn om systematisch na te gaan of wat ze beweren ook klopt) zich nadrukkelijker in het maatschappelijk debat moeten mengen. En daar zijn de beta’s, de mensen met de slagen om de arm, niet in getraind.
Dit is wat Richard Feynman er eens over zei:
From time to time, people suggest to me that scientists ought to give more consideration to social problems—especially that they should be more responsible in considering the impact of science upon society. This same suggestion must be made to many other scientists, and it seems to be generally believed that if the scientists would only look at these very difficult social problems and not spend so much time fooling with the less vital scientific ones, great success would come of it.
It seems to me that we do think about these problems from time to time, but we don’t put full-time effort into them—the reason being that we know we don’t have any magic formula for solving problems, that social problems are very much harder than scientific ones, and that we usually don’t get anywhere when we do think about them.
I believe that a scientist looking at nonscientific problems is just as dumb as the next guy—and when he talks about a nonscientific matter, he will sound as naive as anyone untrained in the matter.
Richard Feynman, The Pleasure of Finding Things Out
En to be just as dumb as the next guy, daar hebben wetenschappers vaak geen zin in. Want je moet dan de strijd aangaan met iedereen die bezig is anderen maatschappelijk zand in de ogen te strooien. Zoals Gerrit Zalm bij voorbeeld. Gerrit Zalm — toch een gestudeerd man — beweert dat het talent om zijn ABN-Amro onderneming draaiend te houden zo schaars is dat een wedde van zo’n miljoen euro per jaar net genoeg is om zijn topmensen voor de bank (en dus voor de Nederlandse samenleving) te behouden. Wie De Prooi heeft gelezen denkt daar wellicht anders over.
Toch lijkt het of Zalm en zijn toplieden hiermee weg gaan komen. Hoe kan dit? Dit kan alleen omdat te weinig mensen beseffen wat de eigenschappen zijn die een goede bankier moet hebben. Dat zijn:
Een goed functionerend moreel kompas hebben.
Kunnen denken in termen van getallen en verhoudingen.
Niet buitengewoon begaafd zijn (anders is dit werk niet vol te houden).
Je eigen intellectuele capaciteiten en beperkingen juist kunnen inschatten.
Mensen met deze eigenschappen moeten ruimschoots te vinden zijn, maar ik heb niet de indruk dat deze categorie nu de leiding heeft over onze ING en onze ABN-Amro. Bankieren was ooit een saai en eerzaam beroep. Het valt te hopen dat het dat ooit weer gaat worden.
Hier is een niveau-onderscheid van belang. De klop-wetenschappen hebben ervaring met systematisch nagaan of hun beeld van de werkelijkheid klopt met hoe het werkelijk is. Maar hier gaat het om iets anders, iets dat wezenlijk ingewikkelder is. Hier gaat het om systematisch nagaan of een beeld van we van onszelf hebben klopt met hoe het werkelijk is. Of nog moeilijker: om systematisch nagaan of een beeld dat anderen van zichzelf hebben klopt met hoe het werkelijk is. Stel dat het de klopwetenschappen inderdaad lukt, door systematisch nadenken en door het toepassen van de methoden van de klopwetenschapen, er achter komen dat ons zelfbeeld of het zelfbeeld van een ander niet klopt. Dan wordt het aan de man brengen van die boodschap nog een hele klus.
Dus of onze klopwetenschappers kunnen gaan zorgen dat onze bankiers weer in het gareel gaan lopen?